Chaostheorie in business: nut of niet?

In moderne managementteksten wordt nogal eens aan de haal gegaan met chaostheorie. Meestal blijft het steken op metaforische claims (bv “als manager moet je meebewegen met de chaos die een bedrijf drijft”), maar op die manier kan je er alleen maar vraagtekens bij plaatsen. Laten we eens beter onder de loep nemen: wat is chaostheorie eigenlijk? En … héb je er wat aan?

Chaostheorie wordt vooral toegeschreven aan Poincaré en Lorenz. De afgelopen 50 jaar heeft het zich breed ontwikkeld, en heeft vele disciplines – waaronder bedrijfskunde – geïnspireerd om anders te kijken naar het eigen kennisdomein. Chaostheorie kan je zien als een verzameling van principes die je op allerlei fenomenen kan toepassen: onvoorspelbare gevoeligheid, onderlinge veroorzaking, gelaagdheid en … (wat nou chaos) … orde.

Onvoorspelbare gevoeligheid van complexe fenomenen levert altijd het bekende, tot de verbeelding sprekende voorbeeld op van de vlinder in China, die met één vleugelslag een microverandering van de atmosfeer veroorzaakt, die na een opeenvolging van steeds grotere afwijkingen tot een storm in New York leidt. Het algemene inzicht is dat minuscule (niet detecteerbare, onbeheersbare) invloeden het gedrag van een veel groter geheel drastisch kunnen beïnvloeden.

Een complicerende factor bij pogingen om te bekijken wat nou wat beïnvloedt is onderlinge veroorzaking: oorzaak en gevolg zijn in complexe fenomenen niet altijd netjes gescheiden. Het “veroorzaakte” element kan op zijn beurt het “veroorzakende” element weer beïnvloeden. Daar bemoeien andere elementen zich vervolgens ook nog mee, met als gevolg dat alles dus alles beïnvloedt en oorzaken slecht herleidbaar zijn.

Gelaagdheid gaat over de verschillende niveaus waarop je zaken kunt bekijken, waardoor dingen zich heel anders kunnen laten kennen. Maak bv met een goede kaart een accurate schatting van een kustlijn. Ga nu een abstractieniveau lager door aan de kust een flink meetlint langs de rotspartijen te leggen. Nu je veel meer detail meet zal de lengte een stuk groter blijken. Ga nog een niveau dieper met een fijner meetlint en meet nu ook de groeven in de rotspartijen. Dezelfde kustlijn wordt met gemak weer een stuk langer. Ander voorbeeld. Een treinreiziger beweegt zich in één, twee of drie dimensies, afhankelijk van de respectievelijke beleving van hemzelf, van de piloot die het landschap met het spoor overziet, of de astronaut die ook de ronding van het landschap ziet. Zo kan je observatieniveau bepalen wat je over hetzelfde ding zegt.

De onverwachte preoccupatie van chaostheorie is orde. Binnen alles wat je bekijkt kan je zoeken naar patronen van stabiel gedrag (“attractoren”). Daar zijn verschillende vormen van, zoals: onveranderlijke orde (puntattractor, bv een vaste vorm, of de richting van zwaartekracht), een regelmatige orde (periodeattractor, bv seizoenen, populatiefluctuaties van jagers en prooien) en onvoorspelbaar gedrag binnen een herkenbare orde (vreemde attractor, bv regenval). Stabiliteit door niveaus heen zie je als een patroon op verschillende niveaus hetzelfde is (“fractal”, bv longstructuur, kosmische rotatie). Als stabiliteit verstoord wordt, keert het systeem terug naar de oude orde, of hervindt evenwicht in een nieuwe orde.

Het is niet moeilijk in te zien dat deze vier principes ook toe te passen zijn op bedrijven.

  • Onvoorspelbare gevoeligheid: de val van Enron of de beurscrisis zijn ooit ergens met hele kleine, niet traceerbare keuzen en handelingen begonnen.
  • Onderlinge veroorzaking: je kan bij die beide voorbeelden niet zeggen wat oorzaak en wat gevolg was, denk hierbij aan “gedrag met schadelijke indirecte gevolgen” en “een beloningssysteem dat dit gedrag in de hand werkt”. Je moet dus niet altijd naar een “root cause” willen zoeken (zo ook bv bij blame games), maar soms op een wat hoger niveau dingen tegelijk aanpakken.
  • Gelaagdheid: dit principe herken je door de diverse niveaus van een bedrijf (holding, divisies, business units, afdelingen, teams) op hun eigen merites te beoordelen. Ook is er een fractal-achtig model met vijf functies voor organisaties die ieder niveau op iedere laag zou moeten hebben (VSM, Stafford Beer).
  • Orde en “attractors”: in de exactere sfeer proberen programmeurs met behulp van inzichten uit chaostheorie tot betere beurskoersvoorspellingen te komen. En in de minder exacte sfeer kan je zoeken naar min of meer ordelijk gedrag op een bepaald niveau, zoals hoe teams zich op hoofdlijnen ontwikkelen, hoewel de precieze en concrete ontwikkeling onbekend is.

Chaostheorie levert je dus een abstracter maar tegelijk ook herkenbaar en rijker beeld op van organisaties. Als deze introductie tenminste niet te chaotisch over komt.

De SpeedMBA e-cursus is live!

Alles van business leren in je eigen tijd? Bestel dan snel de SpeedMBA
online cursus!


 

Bestel ook het boek!100 Business Bites

 

 

NIEUW: de e-course over ALLES van BUSINESS

Leer alles van business in je eigen tijd, wanneer jij wilt en krijg compleet bedrijfsbegrip!
Share This