Quinn: de aandachtsradar voor aan de top
Je hebt een onderneming met medewerkers en bent “leider”, topmanager, eindbaas. Op welke domeinen let je dan? Robert Quinn biedt hier het volgende model voor. De prototypische oriëntaties van een leider lopen langs twee assen:
- Je kan een neiging hebben om creatief en empathisch om te gaan met je business-omgeving, of een neiging om strak te houden wat je wilt beheersen.
- Die neigingen kan je meer binnen of meer buiten het bedrijf toepassen.
Daarmee ontstaan vier kwadranten:
- Extern/flexibel: de groeioriëntatie. De focus hierbij ligt op het willen ondernemen, willen creëren, de markt goed willen bedienen met producten die een goed idee lijken.
- Extern/stabiliteit: de resultaatoriëntatie. De focus hierbij ligt op het willen presteren, resultaten willen boeken, willen winnen.
- Intern/stabiliteit: de beheersoriëntatie. De focus hierbij ligt op het strak georganiseerd houden van het werksysteem, en daar een goed bestuurbare, efficiënte orde van te maken.
- Intern/flexibiliteit: de mensoriëntatie. De focus hierbij ligt op het willen motiveren van je mensen, samenwerking, harmonie en een gezamenlijke spirit aanslingeren.
Veel leiders voelen zich “van nature” meer thuis in een specifieke hoek. Daarom zegt Quinn: in de praktijk zijn er vier typen organisaties of eigenlijk leiderschapsculturen aan deze kwadranten verbonden. Dit zijn in lijn met de genoemde vier: 1. de adhocratie of de eeuwige start-up; het bedrijf dat geen vaste structuren laat ontstaan, sterk naar de markt en naar kansen kijkt, 2. de marktorganisatie of de prestatiejagers; het bedrijf dat uit is op bottom line winst en volume, 3. de hiërarchie of bureaucratie, het bedrijf waarin alles in protocollen en processen in gegoten, 4. de clan of community, het bedrijf dat het welzijn en de eenheid van de medewerkers benadrukt.
Herkenbaar als dit in de praktijk is, zijn al deze stereotypen in feite het gevolg van monofocus (op dat ene kwadrant). Je kan ook op een andere, bredere manier tegen dit raamwerk aankijken. Bedenk daartoe wat voor ieder bedrijf geldt: je moet altijd een markt goed bedienen (extern/flexibel), daartoe moet je doorlopend werk op goede wijze verzetten (intern/stabiliteit), daarvoor moet je alle middelen goed inzetten om voldoende goede resultaten te boeken (extern/stabiliteit), en dit geheel moet goed worden uitgevoerd door mensen (intern/flexibiliteit). Geen van deze vier elementen kan ontbreken; ze vormen samen het geheel van een bedrijf. En zo beschouwd kan je het raamwerk van Quinn ook zien als “de complete aandachtsradar” voor een topmanager/leider. En juist als je een natuurlijke voorkeur voor een kwadrant hebt, helpt dit model voorkomen dat je blinde vlekken voor de andere domeinen krijgt.
De SpeedMBA e-cursus is live!
Alles van business leren in je eigen tijd? Bestel dan snel de SpeedMBA
online cursus!