Scrum: lean & mean projectmanagement
Als je voor een bedrijfsklus van een beetje omvang staat, heb je het al gauw over een project. Bijvoorbeeld het ontwikkelen en lanceren van een nieuw product. Hoe pak je zo’n veelkoppige taak nu aan? Projectmanagementmodellen kunnen helpen. Zulke modellen belichten aanpakken die nuttig kunnen zijn (bv door taken op te sommen: “stel doelen op”, “inventariseer benodigde resources”, etc). Die modellen zijn er in vele soorten en maten, met meer en minder detail. Een uitgebreide die een tijd in zwang is geweest is Prince2. New kid on the block is Scrum – afkomstig uit de hoek van softwareontwikkeling, maar steeds gangbaarder in de projectmanagementsfeer. Je kan het verschil als volgt zien:
Traditioneel projectmanagement gaat “in grote volgordelijke fasen”, Scrum meer “in kleine iteratieve fasen”. In traditionele projecten werk je eerst van A tot Z uit wat je wilt bouwen, dan ga je alles wat je er voor nodig hebt regelen, bouw je het, en breng je het in z’n volle omvang naar de markt. Bij echt grote projecten (bv de bouw van een gigantisch olieschip) kan ieder van die fasen jaren duren.
De aanpak bij Scrum is wezenlijk anders. Je breekt een “groot beeld” van wat het kan worden op in een verzameling subprojecten, en gaat op zoek naar “the minimum viable product”: dat deel van het project / product dat een min of meer autonoom bestaan kan hebben. Idealiter kan dat deel al meteen de markt op, maar anders heeft het als prototype ook veel waarde. Neem de ontwikkeling van een tekstverwerker. Wat ‘ie minimaal moet kunnen is invoer en opslag van tekst (verder niets). Je voert exact dezelfde activiteiten uit als bij “traditoneel” (definieer, regel, bouw, stel bloot aan de markt), maar je maakt de scope veel kleiner en dus behapbaarder. Daarna kan je bv aan tekstopmaak werken, invoer van andere items (plaatjes, tabellen), etc. Hoe pak je dit dan ruwweg aan?
- Heb of maak een verzameling “verzelfstandigde” subprojecten (de “backlog”)
- Kies met een vast team uit de backlog, definieer wat exact te ontwikkelen (en wanneer het “af” is)
- Bouw dit in een gefocuste afgebakende tijd (de “sprint”)
- Stel dit bloot aan de markt (cq key stakeholder) en pak mede o.b.v. de feedback het volgende project aan.
Nogmaals: je doet per subproject in feite hetzelfde als in de klassieke aanpak, maar steeds op een “zelfstandige en complete” uitbouw. Dit oppakken van verzelfstandigde subprojecten lijkt een marginale wijziging, maar het heeft grote praktische voordelen:
- Je bent veel eerder in actie (i.p.v. lang op papier uitdenken wat allemaal te doen)
- Je hebt veel minder initiële investeringen nodig (funding per stap, iedere stap is overzichtelijk)
- Je bent veel eerder op de markt met je beperkte maar complete ding (eerder verkopen of marktfeedback)
- Je hebt o.b.v. ervaringen een veel beter en gevalideerder beeld van welke uitbreiding hierna te realiseren
Natuurlijk leent niet ieder project zich voor deze aanpak (zo’n enorm schip wil je wel integraal ontwerpen), maar het is vaker toepasbaar dan je denkt. Niet in de laatste plaats bij het opstarten van een bedrijf. Veel start-ups hebben de neiging groot te dromen en daardoor lang te blijven hangen in de fase van uitdenken en proberen veel resources en supporters te regelen. Je kan ook scrum-style beginnen met het ontwikkelen van het kleinst mogelijke idee, and take it from there. Een populaire term daarvoor is de lean start-up. Dus heb je een groot plan, bekijk het dan eens scrum-style. Oh, en de naam “scrum”? Dat is een spelhervattingsopstelling in rugby. Heb je er ook nog wat metaforische romantiek bij.
De SpeedMBA e-cursus is live!
Alles van business leren in je eigen tijd? Bestel dan snel de SpeedMBA
online cursus!